THE “MOJO” MAN PRESENTS MOTORVATIN’: 28 SONGS FROM THE GREEN BOOK ERA – VOL. 3&4 – VARIOUS ARTISTS

Artiest info
Website
facebook

Rhythm and Blues (R&B) is de verzamelnaam voor de muziek van zwarten in de VS tijdens de jaren 1940/1950, waaruit later de doo-wop en rockmuziek is ontstaan. R&B is een begrip dat werd geïntroduceerd door het Amerikaans weekblad voor de muziekindustrie Billboard Magazine. Het blad werd 126 jaar geleden (in 1894 door William Donaldson & James Hennegan) opgericht als Billboard Advertising en wou het begrip “race music”, dat aanstootgevend werd bevonden, vervangen. Uit een allegaartje van uiteenlopende muziekgenres als gospel, boogiewoogie, jazz en blues ontwikkelde zich een nieuw soort van dansbare muziek, die eerst met het racistische begrip "race music" werd omschreven. De typische instrumenten van het genre waren de trompet, de saxofoon en de elektrische gitaar. Als dansmuziek loste de R&B de swing af. De belangrijkste vertegenwoordigers van het genre waren aanvankelijk T-Bone Walker, Muddy Waters en B.B. King. Zij werden opgevolgd door meer door de gospel beïnvloede musici als Aretha Franklin, Ray Charles en Wilson Pickett of door meer naar de rock 'n' roll neigende musici als Fats Domino en Chuck Berry.

“To make people DANCE and ENJOY!!...“

Koko-Mojo Records maakt deel uit van Rockstar Records Limited (een divisie van de Rockstar Records label group) en is gevestigd in Cork, IE. Lang voordat deze markt werd overspoeld door goedkope copycat-releases van lage kwaliteit, stond Rockstar Records samen met ACE Records en Bear Family Records bekend om hun heruitgaven van hoge kwaliteit, hun “killer- NO-filler” ideologie.

Het doel van Koko-Mojo Records is heel simpel: dansbare muziek uit de jaren 1950 -onder de noemer Blues/R&B- op vinyl uitbrengen! Hun compilaties zijn samengesteld door dj's en hun belangrijkste doel is om je te laten dansen!

Koko-Mojo’s doelstelling om iedereen aan het dansen te krijgen “From Argentina via Los Angeles to Ireland from Blues to Hillbilly and Rockabilly...”, geldt ook voor de R&B compilaties die ze o.a. uitbrengen als “the mojo man special”, waarbij opgemerkt dient te worden dat er een verschil is tussen de originele R&B (een term die uit de jaren 1940 stamt en die staat voor stevige, rauwe muziek) en de hedendaagse (een genre dat er wel wat van wegheeft, maar dat over het algemeen veel zoetsappiger is).

De huis DJ, die heelwat cd’s voor Koko Mojo compileerde is Victor Mac, beter bekend als “Little” Victor, The Beale Street Blues Bopper en ook DJ “Mojo” Man. Mac is een Italiaans-Amerikaanse blues- en rootszanger, gitarist en mondharmonicaspeler, evenals platenverzamelaar, musicoloog, entertainer, dj, songwriter en producent. Hij is vooral bekend door zijn samenwerking met Louisiana Red op de albums ‘Back to the Black Bayou’ (2009) en ‘Memphis Mojo’ (2011).

In 2018 bracht Victor ‘Deluxe Lo-Fi’ uit. Het album werd opgenomen in een periode van acht jaar met verschillende muzikanten, waaronder de Downhome Kings, Kim Wilson, Big Jon Atkinson, Rusty Zinn, Carl Sonny Leyland, Steve Lucky en Harpdog Brown.​ Het album werd in hetzelfde jaar in het VK door The Blues Lounge verkozen tot "Album of the Year" en ook in Scandinavië door het tijdschrift Blues News.

Na het succes van de twee eerste albums uit de reeks “Motorvatin’” met als thema het rijden met auto’s en motoren, volgens de Jim Crow-wetten (de wetten tussen 1880/1965 in de VS die rassenscheiding oplegden op lokaal en deelstaatniveau), verschenen ook de volgende twee delen. De nieuw uitgekozen nummers werden gezongen door Afro-Amerikanen tijdens de schandelijke “Green Book” tijdperk. “The Green Book” (volledig “The Negro Motorist Green Book”, “The Negro Travellers' Green Book” of “The Travelers' Green Book”) was een reisgids gepubliceerd (1936-1967) tijdens het segregatietijdperk in de VS, waarin bedrijven werden geïdentificeerd die Afro-Amerikanen als klanten zouden accepteren. Het was samengesteld door Victor Hugo Green (1892-1960), een zwarte postbode die in de wijk Harlem van NYC woonde. Het Green Book vermeldde een verscheidenheid aan bedrijven, van restaurants en hotels tot schoonheidssalons en drogisterijen, die nodig waren voor Afro-Amerikanen, om comfortabel en veilig te kunnen reizen in de periode vóór de “Burgerrechtenwet van 1964”. Omdat segregatie niet alleen in het Zuiden, maar in het hele land alomtegenwoordig was, werd het reizen voor zwarten “ontmoedigd”. Amerika was bezaaid met “zonsondergangsteden”, waar de aanwezigheid van gekleurde mensen na het vallen van de avond werd verboden. Om de onzekerheid van het verkrijgen van onderdak, maaltijden en brandstof aan te pakken, brachten Afro-Amerikaanse autoreizigers dekens en kussens, extra eten, drinken en benzine mee, evenals draagbare toiletten.

‘THE “MOJO” MAN PRESENTS MOTORVATIN’, 28 SONGS FROM THE GREEN BOOK ERA – VOL. 3’ - (Dedicated to GARRETT MORGAN 1877-1963)

De songs op ‘Vol. 3’ zijn nog meer leuke “ditties” (korte eenvoudige, ongedwongen liedjes) over Thunderbirds, Cadillacs, Hot Rods, Cruising, Flat Tires & Taxi Drivers. Het album is opgedragen aan Garrett Morgan (1877-1963). Garrett Augustus Morgan, Sr. was een Afro-Amerikaanse uitvinder, zakenman en leider van de gemeenschap. Zijn meest opvallende uitvindingen waren een verkeerslicht met drie standen (een verkeersregelinrichting met een derde "waarschuwingspositie") en een masker (een voorloper van het gasmasker) dat werd gebruikt bij een reddingsoperatie bij een tunnelbouw in 1916. Hij verkocht zijn (wereldwijde) verkeerslicht-idee aan General Electric, waarvoor hij 40.000 $ kreeg. In 1907 opende Garrett zijn eigen “repair shop” en, met zijn Duitse geëmigreerde eega, later een klerenzaak. Morgan deed het goed als zakenman en hij was de éérste zwarte man in Cleveland die een auto had. Na zijn zaak in cosmetica, begon hij in 1920 ook met een krant voor Afro-Amerikanen, “The Cleveland Call” en opende hij een countryclub voor “all-black”.

Een selectie uit de “ditties” uit ‘Vol. 3’: “Thunderbird” van de Duces  of Rhythm & Tempo Toppers, “Hot Rod” van King Curtis, “No Money Down” van Chuck Berry, “Your Driver License, Pls” van Roy Tann, “Highway 51” van Smokey Hogg, “Highway Bound” van BB King & his Orchestra, “Cruisin’” van The Duals, “Auto Mechanic Blues” van Sonny Terry & Brownie McGhee, “Taxi Driver” van Baby Boy Warren, “Flat Tire” van Johnny London, “Hit the Road” van Gus Jenkins & Orchestra, “Driveway Blues” van Ben Harper & the Chicos, “Convertible Cadillac” van The Trenier Twins en “Ain’t Car Crazy” van Marie Adams.

‘THE “MOJO” MAN PRESENTS MOTORVATIN’, 28 SONGS FROM THE GREEN BOOK ERA – VOL. 4’ - (Dedicated to NASCAR’s first two black drivers CHARLIE & WENDELL SCOTT - 1956)

‘Vol. 4’ is opgedragen aan de eerste twee zwarte chauffeurs die aan de NASCAR-stockcarraces (National Association for Stock Car Auto Racing, de overkoepelende organisatie in de VS die sinds 1949 een aantal nationale en regionale kampioenschappen organiseert) deelnamen. Charlie en Wendell Scott (die geen familiebanden hadden) reden hun eerste race in 1956. Wendell Scott begon na WOII met een eigen garage in Danville. Hij leerde de stiel van zijn vader, die bij rijke families de auto’s onderhield. Na het uitzitten van zijn straf voor het illegaal stoken van moonshine, hervatte hij het werk in zijn garage en nam hij in de weekends -in de reeksen voor enkel zwarten- deel aan lokale stockcarraces. In 1952 -het was een promo stunt- organiseerde ze in Danville een race waar een zwarte chauffeur mocht meedoen. Gezien zijn reputatie in de kleinere lokale races, bouwde Wendell een aardige reputatie op. Hij werd zo de éérste NASCAR-chauffeur met licentie. Tussen 1961 en aanvang jaren zeventig reed hij zo’n 500 races en eindigde hij 147 in de top 10. De film “Greased Lightning” (starring Richard Pryor) gaat over Scott en het racisme in de autosport.

Een selectie uit de “ditties” uit ‘Vol. 4’: “Hot Rod Queen” van Roy Tann, “What’s the Word Thunderbird” van Bobby & Buddy, “Swing Low Sweet Cadillac Pt 1” van Aggie Dukes, “Tiger in Your Tank” van Muddy Waters, “My Starter Won’t Work” van Lightnin’ Slim, “Me and My Chauffeur” van Memphis Minnie, “Gasoline” van The Jaytones, “Cadillac Blues” van J.D. Horton, “Read Head ‘n’ Cadillac” van Eddie Williams & his Brown Buddies, “I Need Me a Car” van Junior Wells, “Taxi Driver” van JL Hooker, “T-Model Blues” van Lightnin’ Hopkins, “Welfare Cadillac” van Jerry McCain, “Speedy” van The Bobbettesen “Thunderbird” van Rene Hall’s Orchestra.

KMCD 96&110, Vol. 3&4, twee vervolgalbums uit de ‘The “Mojo” Man Presents Motorvatin’ reeks met (telkens) ‘28 Songs from the Green Book Era’ zijn compilatiealbums met (opnieuw) 28 originele nummers uit midden jaren 1950 die staan voor swing en stevige, rauwe en swingende R&R. Het album archiveert een deel van de muziekgeschiedenis van vooral zwarte muzikanten in Amerika, die de basis is van wat nu wereldwijd vele muzikanten aanvuurt om te spelen en vele muziekliefhebbers boeit, hier in de rand de “segregated” Staten…” (ESC for Rootstime.be)

Eric Schuurmans